Pagina's

Posts tonen met het label zelf prutsen aan zeiltjes. Alle posts tonen
Posts tonen met het label zelf prutsen aan zeiltjes. Alle posts tonen

zondag 14 maart 2021

Showing off my DIY sail







Voila, my own homemade sail has just been finished. Based on a kind of Flat Earth Foot Loose. But more like Flat Earth's copy, the Sea Dog sail. Also a footloose, so without a flap under the boom and loosely fitted between the mast and the tip of the boom.

It was a tedious job putting it together, for which many thanks to my wife who really learned the sewing craft.The twin batten sail is not flat, but has a certain curvature. Maybe a little too much. For the connoisseurs:

Bottom panel: camber 10 cm, draft position 25% from the mast (panel 0.95 m long)

Second panel: camber 10 cm, draft position 25% (panel 0.90 m long))

Third panel: camber 5 cm, draft position 15 %

Fourth panel: no camber, no draft. 

I would give my next sail a little less camber. It feels as if the battens create enough camber already. Also I am not yet satisfied with the tension of the two battens. They are former sail battens from an old windsurf sail. These battens may not be rigid enough.

The first test on the Kralingse Plas in my hometown Rotterdam was very promising. But due to the trees and changing wind direction I could not really judge how close the sail could get upwind. I reached 35 degrees, sometimes 40 degrees, probably because of the constantly changing wind direction. The heeling force seemed to be between that of a Falcon sail and a Flat Earth sail. At Easter, the real test follows during a tour on the large open IJsselmeer. That's where the more consistent winds rule. 


See also my previous posts about <link> 'Tinkering with sails yourself.'   


maandag 15 april 2019

Tinkering with a sail (1): making my own kayak sail

This winter I made a test sail myself from a cheap tarp at the DIY-store. Why? Well, I am very satisfied with the Falcon sail. The sail enables me to get upwind and is quite fast. However, there is a disadvantage: in strong wind gusts on a beam course the kayak can easily tip over. You have to hang out, but how long can you keep it up? Moreover, you do not always respond quickly enough. In large waves and strong winds, say force five, you also have lots of other things on your mind than watching for unexpected gusts of wind. 

I think I know why:
1) The Falcon sail is classically cut in the shape of an airplane wing, as opposed to a Flat Earth model which has an even curvature across the entire width of the sail. This causes less suction behind the sail, which improves stability (but not speed).
2) The Falcon model has a leech that curls inward enormously, a so-called closed leech. Well, a little curl is fine, but this is overdone. Mainly beneficial on a downwind run, but not on a beam course. At least that's my opninion.  




The leech of a Falcon sail. The wind does blow the leech a little more open, but it's still abnormally closed, which traps the wind and makes the kayak lean unnecessarily. 



I have the feeling that the wind is being 'held' way too long because of this. For an optimal sail, the wind has to be released fairly easily at the back so that the wind can blow smoothly along the sail. A very closed leech forms an obstruction when paddle sailing upwind or on a beam. You will feel every gusts as a sudden jolt, risking a capsize.

My approach is twofold. I make a sail that has at least a flatter, more open leech. And while I'm at it, I think it would be useful to move the draftpoint (deepest point of the sail) a little more forward and reduce the camber (the deepest point itself) a little for even better upwind performance.

My plan, based on a Falcon sail, looks like this: 





< Translation will follow> Hoewel zeilmaken een eeuwenoud zeer complex vak is van mensen die ongelooflijk veel ervaring hebben, is het wel degelijk mogelijk om zelf ook iets te maken. Zeker als het gaat om een zeiltje van slechts 1 vierkante meter en als je begint met een proefversie van een plastic Gamma dekkleed van nog geen 10 euro.
Ik beschrijf hier eerst het algemene idee. Later volgen de details, die net zo belangrijk zijn.
Je hebt nodig: een gewone naaimachine (vraag je moeder hoe die werkt), een goede schaar, een rolletje dubbelzijdig zeilmakerstape en/of schilderstape en een zakje zeilogen van 10 millimeter gatmaat met een slagplaatje dat vaak ook in het zakje zit.

Banen

Het belangrijkste is te weten dat een zeiltje niet vlak is maar bol. Daarom knippen we vier banen uit het dekkleed (A,B,C, en D). De banen zijn aan de bovenkant krom. Begin met de onderste baan (A). Plak een strip langs de kromme bovenkant en plak dan de volgende baan - met een rechte onderkant - stukje bij beetje erop. Te beginnen aan de voorkant, bij de mast. Je zult merken dat het zeiltje al gauw gaat 'frommelen'. Dat is goed want in de wind zal het zeil daardoor een bolling aannemen. Doe hetzelfde met de volgende banen tot je bovenin bent. Iedere baan is dus krom van boven en recht van onderen.
Let op: Baan A heeft op zich wel de juiste breedte, maar baan B niet doordat deze met een rechte onderkant wordt gedwongen de kromme bovenkant van baan A te volgen. Hierdoor loopt B in waardoor je aan het achterlijk tekort komt. Knip daarom baan B zo'n vijftig centimeter langer uit voor de zekerheid. Doe hetzelfde bij C en D. Daarna knip of snij je pas de eigenlijke achterkant op de juiste maat. Ik zou trouwens baan A ook wat extra breedte geven omdat we later over het hele achterlijk ook nog een lichte bolling maken.

Begin

Alle zeilmakers beginnen met het uitzetten van de contouren van het zeil met schilderstape op een houten vloer. Zo heb je enig idee hoe alles past. Dan pakken zij een eerste doek om de onderste baan A te snijden/knippen. Deze baan mag precies op de juiste breedte want deze zal niet verlopen als de volgende baan erop gaat. Houdt wel rekening met de latere bolling over het hele achterlijk dus voeg gerust tien centimeter breedte toe. Bovendien heb ik op het achterlijk en onderlijk 12 mm extra gesneden die ik later omvouw tot zoom. De voorkant heeft geen zoom want hier wordt later de masthoes op genaaid.
In plaats van een zoom kun je nog beter het zeil aan het achterlijk en onderlijk voorzien van een reep zeil en die om de randen vouwen, vastplakken en vastnaaien. In dat geval komt de extra 12 mm zeil te vervallen. De breedte van die reep zou ik nemen op 30 mm, dus 15 mm aan beide kanten. Zo ziet die reep/zoom eruit:

Een reep extra stof langs het achter- en onderlijk dient als zoom. Dubbelgevouwen, dus beide kanten van het zeil worden zo beschermd. 



Je kunt dus het beste met de schilderstape de vorm van het zeiltje markeren zoals het later eruit zal zien, inclusief bolling van achterlijk en onderlijk (zie 'Let op' hieronder). Je zal dan per se niet de banen precies langs de schilderstape moeten snijden want dan kom je overal te kort!

Bolling

De juiste bolling in het zeil is iets waar zeilers niet over uitgesproken raken. Ik heb gekozen voor een tamelijk gewone bolling. De dikke strepen tussen de banen in de tekening laten zien hoe de bolling in elkaar zit (in millimeters). De maximale diepte van de bolling heet camber. De plek waar dat diepste punt zit heet draft point. We beginnen weer met baan A. Zet deze voorlopig vast met pin up-prikkers  in de vloer. Nu komt het mooiste werkje: we gaan de bolling tekenen met potlood of viltstift op de eerste baan. Daarvoor nemen we een dunne vierkante lat van pakweg twee meter lang. Deze leggen we tegen de twee pins aan in de linker- en rechterbovenhoek. We kunnen nu de lat verder omhoog duwen tot de gewenste camber op precies het juiste draftpoint. Het is dus noodzakelijk om baan A langs de bovenrand iets ruimer uit te knippen zodat de bolling er ook nog in past. Later snijden we het overtollige zeil langs de bollingslijn weer weg.
Hoe ver druk je de lat omhoog en waar druk je precies? Ik heb gekozen voor een draftpoint van 37 procent. Dat wil zeggen op iets meer dan een derde van de bovenrand van A, vanaf de mast gerekend. Daar zit het diepste punt. Vervolgens heb ik de lat op die plaats 120 mm opgedrukt en tijdelijk vastgezet met een extra pin. Toen heb ik de lijn langs de lat afgeschreven.
Deze aldus verkregen bolling is natuurlijk arbitrair. Ik heb mij laten inspireren door de vele publicaties via Google. Achteraf had ik misschien liever de drafpoint ietsje dichterbij de mast moeten maken, zeg op 30 procent. Ik heb zelfs 25 procent voorbij zien komen op internet (voor zeer scherpe aan-de-windse koersen, een bolling verder naar achteren is weer gunstiger voor halve wind).
Waar ik in ieder geval op heb gelet is dat de bolling naar achteren toe, voorbij het drafpoint, heel geleidelijk toeloopt naar het achterlijk. Zonder extra bollinkje bij het achterlijk, zoals bij het Falcon-zeiltje. Ik wil dat het zeiltje de wind zonder gedoe kan loslaten om vervelende hellingkrachten van de kajak te voorkomen. Met de wind in de rug is zo'n gesloten achterlijk welkom, maar niet als ik op andere koersen er alleen maar last van heb.

Let ops


Er zijn nog allerlei zaken waar je op moet letten. Ik noem er hier een paar.
1) Houd goed rekening met een overlap op de banen van 12 mm. De bovenrand van iedere baan (of de onderrand van de volgende baan) heeft die 12 mm extra nodig om de banen later op elkaar te zetten.
2)  Houd ook rekening met de zoom van 12 mm. Deze zoom komt langs het onderlijk en langs het achterlijk. Maar ik zou kiezen voor een smalle reep zeilstof en die om de zeilrand vouwen, bij wijze van dubbele zoom (ie voorgaande foto). In dat geval komt de 12 mm extra stof voor een gewone zoom te vervallen.
3)  Het onderlijk van de onderste baan A heeft ook een bolling. Ik heb gekozen voor 20 mm. Nog meer bolling zou plooien in het zeil kunnen geven. Waarom die bolling daar zit is mij niet geheel duidelijk. Maar ieder zeil dat alleen vastzit in de onderste hoeken en dus niet langs de hele giek, (een 'losse broek') heeft zo'n onderste bolling. Dus doe ik het ook.
Het achterlijk heeft eveneens een bolling. Ik heb gekozen voor een bescheiden 50 mm om niet te veel een gesloten, omkrullend achterlijk te krijgen.
4) Het aan elkaar plakken van de banen is een secuur werkje. Begin met het aanbrengen van dubbelzijdig zeiltape op de bolle bovenkant van iedere baan. Enkelzijdige tape kan ook, maar die trek je er tijdens het vastplakken van de volgende baan weer af zodat de lijm achterblijft om de volgende baan vast te hechten. Dubbelzijdig tape laat je zitten om later dwars doorheen te naaien. Trouwens, als je een pvc-dekkleed van de bouwmarkt als proefzeiltje gebruikt, zal de zeiltape slecht plakken. Zelf heb ik de banen vastgezet met schilderstape en dat naderhand vastgenaaid.
Hoe dan ook, begin heel netjes te plakken vanaf de mastzijde. Houd de randen van beide banen goed plat bij het op elkaar drukken. Verderop begint het zeil als een gek in elkaar te frommelen maar dat geeft niet. Belangrijk is dat beide banen volmaakt plat op elkaar aangrijpen. De kleinste bobbeltjes in de geplakte naad verstoren de bolling en zorgen later voor rimpels in het zeil als de wind erin blaast. Trek desnoods het zeil weer even een stukje los en begin daar opnieuw. De lijmverbinding wordt dan zwakker maar dat komt helemaal goed tijdens het vastnaaien.
5) Hetzelfde geldt voor de masthoes. Ook deze moet volmaakt strak langs het voorlijk lopen en mag zeker niet gedraaid erop zitten. Dit zou zeker nog grotere rimpels veroorzaken. De masthoes is gewoon een reep zeil dat om de mast past, plus drie centimeter ruimte voor een gemakkelijke pas en nog eens zo'n 20 mm extra als overlap om op het zeil te naaien. Al met al een flinke hoes! Voor mijn mast van 25 mm diameter heb ik een masthoes gemaakt voor 140 mm omtrek.
6) De afmetingen van de banen bepaal ik als volgt: de onderste baan is vrij smal bij de mast, zo'n 210 mm. Dan waaiert hij uit naar achteren. De uitwaaiering ontstaat vanzelf als je de bovenrand van de baan haaks zet op het achterlijk met een winkelhaak. De andere banen verdeel je in gelijke porties over de rest van het zeil, telkens haaks op het achterlijk. De reden voor deze haakse loop is dat je later een definitief zeiltje maakt in lichte dacron. Deze stof is rekbaar, iets wat je niet wilt, en een haakse hoek vanaf het achterlijk geeft de minste rek.
7) Als alles in elkaar zit, komt de naaimachine voor de definitieve bevestiging van de banen, de zoomen en de masthoes. Ik zou er een avondje voor uittrekken met je moeder, vrouw of vriendin om te leren naaien. Neem een draad zo dik dat ie nog net door het oog van de naald past. Verder is het invoeren van de draad en de spoeldraad een heel gedoe. De machine bedienen is ook nog een toestand. Vooruit, achteruit, hoe doe je dat? Gebruik voor de naden die sterk moeten zijn een zigzag patroon (met name de baanverbindingen). De zoomen kunnen gewoon met een rechte steek.
8) Probeer de ogen in het zeil te slaan op de zoomen, daar is de stof sterker. Desnoods naai je in de hoeken een driehoekig lapje aan beide kanten van het zeil om daarna het oog in te bevestigen.

Dat was ie weer. Veel succes. Kijk ook eens op YouTube en Google, onder broadseaming sail.
Zie ook mijn post 'Tinkering with a sail (2) Making a trial version' voor het voorlopige resultaat.




donderdag 11 april 2019

Tinkering with a sail (2): making a trial version

This is the result of my first test sail, performed with a Wall Mart PVC tarp. See also my other post 'Making your own kayak sail' for making your own sail. 




Okay, it doesn't look quite right. The cause is the mast sleeve that I quickly sewed on as the last part of the work. The sleeve got on twisted, resulting in wrinkles in the sail. But a first test with wind force five soon showed that this sail generates a lot less heeling force for my kayak. This is mainly because the leech is much flatter than that of the original Falcon sail. This allows the wind to race past the sail more easily without drag at the leech. This improvement will therefore certainly return in the final sail in dacron. During the test I crossed the Kralingse Plas in Rotterdam, the Netherlands on a reaching, windward course in 9 min.15 sec. with moderate paddling along which was okay despite the strong wind. Then I did the same route with the original Falcon sail. That was quite a nightmare. The speed was considerably higher for the first ten seconds - I estimate about 13 km/h - but after that I had to lean out a lot to keep the kayak stable. Actually, I had no control over the boat. I tended to counterbalance the heavy leaning with an equally heavy paddle support on the water, causing me to lose speed and keep the boat turning into the wind. It became a wobbly crossing, at times at tremendous speeds, but then stalled again by the heavy paddlesupport and luffing. I was releaved to reach the other side of the lake in one piece, in 10 min. 25 sec. That is slower and much more restless than my unsightly test sail! Conclusion: a flatter leech is a big improvement in high winds. I have also brought the draft point (the position where the sail has the deepest point) a little further forward, so that I will hopefully reach higher upwind. The Falcon sail l is an excellent sail by the way, but in wind force 5 you have to be in good shape to handle the enormous speed without excessive leaning and supporting with your paddle blade, which again negates the great speed. Also I believe the Falcon sail has a very open leech - it furls round like the leaf of a tree - to keep the wnd in the sail a little longer. This generates more power on a beam course and down wind, but may work counterproductive going upwind for the wind needs to let go of the sail as smooth as possible at the leech end. The question now is whether my test sail also performs better in normal wind. I do not think so. The advantage is probably only felt in high winds.
My thanks go to Iede who accompanied me in his kayak during the severe weather test and to my wife Annemiek who taught me to operate her sewing machine.




woensdag 10 april 2019

Prutsen aan zeiltjes (3): Een rolreef, wat een waanzin!

Ja, ik ben knettergek. Moet mij laten opnemen. Deze winter heb ik een rolreef bedacht voor een Falconzeiltje. Dit kan alleen met een doorgestoken mast zonder verstaging. Anders kan de mast natuurlijk niet draaien.

Het idee is simpel: als de mast draait en het zeiltje meeneemt, kan je zeil minderen wat in sterke wind erg prettig is. Ik ben begonnen door een lijntje direct vast te prutsen op de mast (25 mm diameter carbon). Toen ik dat naar me toe trok, bleek de mast vast te lopen in zijn gat. Dus had ik een grotere spoed nodig, in de vorm van een plastic velg van een kruiwagenwiel. Kost geen drol.

Toen dacht ik: als ik twee lijnen vastmaak op dat wiel, kan ik vanuit de kuip het zeil oprollen en ook weer uitrollen. Dat bleek redelijk te werken, maar al gauw kropen de lijnen over elkaar heen op het wiel dus raakte het zaakje bekneld. Nu moet ik nog een pvc kap over de spoel maken waar de twee lijnen doorheen worden geleid zodat ze niet in elkaar draaien. Dat komt nog.

Het laatste probleem is dat de giek bij in het inrollen van het zeil omhoog wordt getrokken tot het inrollen niet verder gaat. Ik moet dus ook de giek wat losser kunnen zetten voordat ik het zeil oprol. Ook dit komt nog.

Hier alvast een impressie:



De kruiwagenvelg zit om de mast geschoven en is vastgezet met een deelbare stelring die is doorgeschroefd op de velg. Zo ontstaat een hechte verbinding. Erg handig die stelringen. Je kunt er allerlei dingen mee vastzetten op de mast, zodat bijvoorbeeld de giekverbinding niet naar boven schuift. Die verbinding moet namelijk losjes op de mast blijven zodat hij kan draaien zonder de mast mee te nemen. Hier ziet zo'n stelring eruit:




Nou bestaat er veel scepsis als het gaat om een rolreefsysteem voor een enkel, klein zeiltje. Critici, onder wie de ontwerper van het Falconzeil Patrick Forrester zeggen dat het voorste profiel van het zeil danig wordt verstoord als een deel zich om de mast wikkelt. Een rolreef om de giek zou beter zijn, maar dat is technisch veel lastiger. Een rolreef is daarom zinloos. Je hebt in harde wind nauwelijks profijt van een zeiltje met mismaakt vliegtuigprofiel. Ik geloof dat nog niet helemaal. Rolreefsystemen voor een fok zijn toch ook heel normaal. Ik ga het toch uitproberen. Wat geeft het. Zo blijf ik van de straat en het kost een paar tientjes.

Als alles klaar is, komt er een vervolgreportage.

maandag 8 april 2019

Prutsen aan zeiltjes (4): Mijn eigen Falcon-tuig

Ja, ik ben gestoord. Koop ik alleen een Falcon-zeiltje van Patrick Forrester, de rest van het tuig besluit ik zelf te maken. Met ook nog een doorgestoken mast door mijn kajakdek in plaats van het gebruikelijke flexibele voetje op het dek. Waarom toch?
Tja, als je lang bent, een lange peddel gebruikt en houdt van flinke voorwaartse slagen, kan het zeiltje wel eens in de weg zitten bij aan-de-windse koersen als het bijna helemaal is ingetrokken. Daar heb ik soms last van. De remedie is natuurlijk een mastje dat verder naar voren staat. Maar daar, ver voorbij je voorluik, is de boot wel erg smal (17 cm in mijn geval)en komen de zijstagen wel heel steil te staan. Eenvoudige mechanica leert ons dat hoe steiler de stagen staan, des te groter de neerwaartse kracht. Kortom, ik vertrouwde die smalle plek voorop mijn kajak voor geen meter. 

Avontuur
En zo kwam ik op het idee om dan maar de mast helemaal door te steken door mijn dek tot op de bodem van mijn boot. Dan heb je geen stagen nodig wat een keurig, strak aangezicht geeft. Dit was het begin van een groot avontuur. 
Ik vroeg mij eerst of een doorgestoken mast niet meer zou wrikken aan de boot waardoor de kans op kapseizen groter zou worden. Er zouden immers twee krachtpunten aan de boot trekken, in tegenovergestelde richting. Een kracht rond de uitgang van het mast door het dek, en een kracht door andere kant op vanaf de bodem van de boot. Ik ben geen wiskundige, dus dit hield mij 's nachts wakker. Ik heb er een plaatje van gemaakt: 


Links de doorgestoken mast, rechts de normale mast op het dek, met stagen
Deskundige kennissen met veel verstand van mechanica verzekerden mij unaniem dat het niet uitmaakt. Zolang alles vastzit aan elkaar, zal de hellingkracht van het zeiltje in gelijke mate doorwerken in de boot. Laat ik dat dus maar aannemen.

Allereerst zaagde ik een gat ik mijn dek en uit een oude zeevishengel de juiste maat pijp. Die heb ik zorgvuldig in mijn boot gelamineerd, precies onder het gat en precies haaks op de bodem zodat de mast ook precies vertikaal zou staan. Daarna de boel stevig dicht gelamineerd met glasmat en epoxy. Dit vereiste diverse lagen op een moeilijk bereikbare plek maar dat is gelukt. Aan de voet van de pijp heb ik eerst met schotjes en duckt tape een badkuipje gemaakt, de pijp daarin geplaatst en het zaakje volgegoten met epoxy. Het achterste schotje moet nog weg. 

Excuses aan iedereen die hier iets heel anders in ziet. 


Vervolgens ging ik op zoek naar een carbon buis van 25 mm diameter en twee meter lang, waarvan de onderste 25 cm in de pijp passen. Het werd een drielaags buis van unidirectioneel carbon die sterk genoeg is in alle buigrichtingen. Voor de zekerheid stopte ik massieve glasvezelpijpjes ('staf') op de drukpunten, met name de plek waar de mast uit het dek komt. Alle buigspanning verderop in de mast komt hier namelijk samen. 
Voor de rest volgde ik redelijk het originele tuig van Falcon. De onderdelen zijn wel verkrijgbaar na enig speurwerk op internet. 

Ovaal gat
De grootste uitdaging was deze: hoe krijg je vanuit de kuip een mast in een gat dat twee meter verderop zit??? De oplossing was een gat met een soort gootje waar de mast alvast in kon liggen als ik 'm omhoog hield met een hand. Zo zou de mast in ieder geval niet uit z'n gat schieten tijdens het optrekken. Het gat kreeg hierdoor van boven gezien een beetje ovale vorm. Tot nu toe ging het goed. 


Mastgat in wording, met aflopend gootje. De pijp is van een zeehengel, omwikkeld met carbon-epoxy waar het gootje aan vast is geboetseerd (met een stukje bezemsteel als malletje) 







Mastgat klaar. De topcoat mag nog wel een keer.


Optrekken
Voor het optrekken wilde ik een normale voorstag gebruiken die van de mast naar de toggle voorop liep en dan helemaal terug naar de kuip. Dan bleek foute boel. 





Tijdens een eerste proef op het droge bleek de mast met zeiltje en giek onderweg omhoog ook als een gek naar links en rechts uit te zwaaien. Zo zou de mast nooit recht boven het gat komen om in de pijp te zinken. Zeker niet op de golven! Een voorstag als treklijn werkte dus niet.
Ik besloot een lange stok te kopen bij de Gamma en prutste daar een haakje aan dat paste in een oogje in de top van het zeil. Dat werkte al beter, maar de wiebelige stok was bijna 2,5 meter lang. Hoe berg je die op? Geen fraai gezicht op een kajak en eigenlijk onhanteerbaar.

De echte oplossing kwam toen ik de rest van de zeehengel bekeek en zag dat er een lengte van zo'n 80 cm over was die precies op het uiteinde van de giek paste. Op die manier kon ik de giek wat verlengen en gebruiken om de mast helemaal op te drukken. Ik had daarmee ook redelijk grip op de mast om hem precies recht boven het gat te krijgen. Op het droge lukte dit prima.


Giek met opzetstuk om de mast op te duwen

Mis
Maar een week later ging het op het water in stevige wind al gelijk mis. De wind pakte het zeil en drukte mijn hele mast-giekcombinatie vrolijk opzij waardoor deze in het water viel.  Geen houwen aan vanuit mijn kuip! Gelukkig bleek dit eenvoudig te voorkomen. Aan de achterhoek van het zeil zit een zogenaamde klauwlijn van Falcon die het zeiltje daar verbindt met de giek. Het touwtje zit vast in een klemmetje op de giek zodat je het makkelijk kunt straktrekken of juist uitvieren. Zo creëer je meer of minder bolling aan de onderkant van het zeil.


Klauwlijntje

Ik koos voor een langer klauwlijntje van wel een meter zodat het zeil ongestoord kan wapperen in de wind zonder de giek mee te trekken. Dit bleek het ei van Columbus. Voortaan kan ik de giek en mast helemaal opduwen terwijl het zeil ongehinderd een stuk opzij kan waaien. Als de mast in de pijp is geploft, trek ik het klauwlijntje weer aan. Daar kan ik net bij als ik enigszins in de wind lig.

Giekneerhouder
Om de Falcon-way helemaal te volgen, heb ik ook nog een giekneerhouder aangebracht. Deze lijn begint onderaan de giek en loopt via een ring onderin de mast - vlak boven dek - terug naar de kuip. Zo kan ik de giek neertrekken, wat erg handig is als de wind in de rug de neiging heeft het zeil erg te laten bollen en dus de giek omhoog te trekken. Een wat strakker zeil is beter, dus de giekneerhouder trek ik dan lekker strak aan. 


De giekneerhouder.




Giekneerhouder (rode lijn)

Een bijkomend voordeel van de doorgestoken mast zonder stagen is dat het zeil en de mast 360 graden kunnen ronddraaien. Normaal heeft het Falcon-zeiltje stagen die boven de giek aan de mast vastzitten, dus dan kan de giek niet verder dan haaks op de kajak staan. Bij verder uitzwaaien komt de giek tegen de stagen. 
Ik vind het een veilig idee om met harde wind in de rug, als de oever sneller dichterbij komt dan je dacht en de boot niet zo gemakkelijk de hoek om kan draaien, gewoon het zeiltje verder uit te vieren. Desnoods tot het evenwijdig met de neus staat, aan de verkeerde kant van de mast dus. Het Flat Earth-zeiltje kan dit ook dankzij de stagen die onder de giek aan de mast vast zitten. Ik weet dat er en hoop discussie is onder kajakzeilers over een volledig roterende giek, maar voorlopig hou ik het maar zo. 



Zeiltje kan helemaal naar voren draaien

Plat
Rest nog de vraag hoe ik de mast weer plat krijg. Dan blijkt tot nu toe eenvoudig te kunnen door je peddelblad onder de giek te houden en met een snelle ruk omhoog. Bij voorkeur natuurlijk tegen de wind in. Mocht de wind de mast vastdrukken tegen de pijp dan kan je met je peddelblad de mast een beetje extra naar voren duwen tot ie vrij omhoog kan glijden uit de pijp.
Overigens zorgt de giekneerhouder ervoor dat de mast bij het verlaten van de pijp niet als een kite honderd meter wegwaait. Deze lijn loopt door een ring laag op de mast en dan ook nog door een dekoogje vlakbij de mast zodat de mast niet ver weg kan vallen. Je hoeft alleen de neerhouder iets te vieren in het klemmetje zodat er ruimte ontstaat voor de giek en mast om omhoog te komen uit het gat. Nog een tweede voordeel is dat een strak gezette giekneerhouder ook de mast belet om ongewenst uit de pijp te glijden, met name tijdens het eskimoteren.

Het opbergen gaat volgens de gebruikelijke methode: ik steek de mast door een rubber stuk slang voorop mijn dek (bij gebrek aan een vast mastvoetje), vouw het zeiltje in en span er bij de kuip een stuk elastiek over. Klaar is kees. 




Kan ik de doorgestoken mast aanbevelen? Nee! Het is een hoop werk en geëxperimenteer en een apart tuig maken is ongeveer net zo duur als een complete set kopen. De pijp kan in de weg zitten bij het volstouwen van je voorcompartiment. Gebruik dan alleen lange, smalle spullen die er nog langs kunnen schuiven, zoals je tent. Een kanokennis van mij bij Never Dry in Rotterdam vaart met een Tiderace met zeer bolle kop. Hij vindt zo'n pijp bezwaarlijk omdat hij dan al die stouwruimte voorin niet goed denkt te kunnen benutten. Maar ja, als het zaakje eenmaal werkt, heb je wel een erg strak dek zonder twee zijstagen, een voorstag noch een achterstag. Dat ruimt aardig op. En zeer geschikt voor lange mensen met lange peddelslagen.



Het eindresultaat. Het klauwlijntje aan het einde van de giek moet ik nog verlengen

Nog een laatste pleidooi voor een doorgestoken mast en dus een iets moeizamer opzetten en strijken is dat het niet vaak voorkomt dat je pas onderweg besluit een zeiltje op te zetten. Meestal doe je dit aan de kant, met in acht name van de windverwachting. En waait het stevig, dan kan ik altijd nog besluiten om het Falcon-zeil te verwisselen voor een iets vergevingsgezinder Flat Earth-zeil. Die wissel duurt hooguit twee minuten.  



Links: Het Flat Earth-zeiltje op mijn zelfgemaakte mast, geschikt voor een Falcon-zeil. Het zeiltje staat te hoog. Rechts: het Falcon-zeil op dezelfde mast. Onder: Het Flat Earth-zeiltje op de zelfgemaakte mast maar dan verlaagd. Zo moet het worden. De klauwlijn is niet origineel, maar zit er toch op vanwege de speciale manier van opdrukken van de mast (zie tekst hierboven).