Pagina's

vrijdag 1 februari 2019

Zwaarden: doodzonde!

Nog even een persoonlijke overdenking wat betreft zwaarden. Je weet wel, die neerlaatbare dingen om te voorkomen dat een zeilboot zijwaarts wegdrijft in de wind. Dit heet 'verlijeren'. Ik liet eens een zeer ervaren collega-kajakker in mijn oude Dawn Treader zeekajak met een Flat Earth-zeiltje. Er stond een heel licht briesje. Het eerste dat hij deed was een peddelblad diep in het water steken naast de boot. Bij wijze van zwaard. Het idee dat alles wat zeilt een zwaard, kiel of midzwaard nodig heeft is hardnekkig. Dit idee komt natuurlijk uit de zeilerswereld.

Lang verhaal kort: als jouw kajak prima rechtuit vaart en met zijwind weinig verlijert - al of niet met een beetje scheg - zal hij ook weinig verlijeren met een goed kajakzeiltje. De reden is dat een kajak in wezen al van zichzelf een lange scheg is. Laat iemand jouw kajak vooruit slepen en je weet dat slechts een kajakker al voldoende is. Laat nu iemand jouw kajak zijwaarts slepen en je zal merken dat je minstens vier sterke mensen nodig hebt om een beetje zijwaartse snelheid te krijgen. Hetzelfde effect heb je met een plank van vijf meter die op z'n kant in het water ligt. Die is eenvoudig vooruit te duwen maar onmogelijk opzij.
Overigens, de zijwaartse weerstand is het zwakst als de plank (of de kajak) bijna stilligt. Duw je de plank vooruit met 10 kilometer per uur, dan zal deze plank behoorlijk veel meer weerstand geven om nog opzij te glijden. Dus als je met je zeiltje meepeddelt, zal het verlijeren snel verminderen.

De naakte romp van een zeiljacht zonder zeilen en kiel, zwaarden of midzwaard is veel gemakkelijker opzij te slepen. De romp onder water ziet er dan ook heel anders uit. De overgang van de zijkant naar de bodem ( de 'kimmen') is heel rond, niet zo hoekig als bij een kajak. Dat geeft al aardig wat zijwaartse drift. En van boven gezien lijkt een zeiljacht op een soort sigaar, een ei of een druppelvorm. Allemaal bedoeld om zo soepel mogelijk vooruit te komen, maar een regelrecht drama als het gaat om verlijeren. Bovendien zijn de meeste jachten en open zeilboten zeer breed en naar verhouding volstrekt niet lang genoeg om enige zijwaartse weerstand in het water te veroorzaken. Zonder kiel of zwaarden zou een zeilschip net zo hard opzij gaan als vooruit. En met de wind in de rug als een gek om zijn eigen as rondtollen. 
Een zeilschip zou net als een kajak minstens tien keer langer moeten zijn dan zijn eigen breedte om enigszins te kunnen varen zonder zwaarden of kiel. Een jacht van vier meter breed zou dan dus veertig meter lang moeten zijn. Zulke zeilschepen bestaan niet. En het zou ook een hoekige onderkant moeten hebben. En een stuk minder zeil moeten voeren, net als bij een zeilende kajak met maar een vierkante meter zeil. Kortom, zeilschepen kunnen absoluut niet zonder kiel of zwaarden. Vandaar de hardnekkige misvatting bij ervaren zeilers dat een zeilende kajak ook zoiets nodig heeft.

Let wel, we hebben het hier over ranke kajaks van minimaal vijf meter lang. Het liefst met een knikspant, zoals de Explorer van Nigel Dennis voor nog meer zijdelingse weerstand of een kajak met een diepe v-vorm zoals de Dawn Treader waar ik zelf drie jaar mee heb gepeddelzeild. Mijn hemel, dat ding was met nog geen tien paarden van een rechte koers af te houden. Zag ik een boei in de verte waar ik naartoe wilde, dan hoefde ik daar alleen maar recht op af te peddelzeilen om zeker te weten dat ik er uiteindelijk tegenaan zou botsen. Ook zonder peddelen dus puur zeilend gebeurde dat.
Met mijn huidige Capella met redelijk ronde kimmen en zeer flauwe V-vorm, moet ik af en toe even een boogslag geven om niet te veel af te drijven, maar ik heb absoluut geen zwaarden nodig. Het is wel opmerkelijk dat mijn huidige boot slechts vier centimeter breder is dan de Dawn Treader en zo'n vijf centimeter minder diepe V-vorm heeft en dat zoiets al verschil oplevert. Maar goed, ik heb het er graag voor over want de Capella is voor mijn lichaam veel stabieler dan de Dawn Treader. Een wiebelboot die volgens velen bij mijn club totaal ongeschikt was voor mijn brede zware lijf. Maar hij peddelzeilde fantastisch! 
Anders is dat misschien met zeer brede, korte kajaks. Om maar te zwijgen van de opblaasbare speelbootjes, de brede, korte viskajaks en de o zo stabiele wildwaterachtige speelbootjes. Ik denk dat die minder strak vooruit gaan onder zeil. 

Er zijn natuurlijk nog tal van andere redenen om vooral geen zwaarden te gebruiken. Zoiets geeft een enorme bende aan dek, een hoop gedoe om telkens te monteren en demonteren. Bovendien is het idee van peddelzeilen dat het simpel blijft. Je moet een zeiltje eenvoudig kunnen opbergen en weer opzetten. Met al die extra troep aan dek is dat een stuk minder eenvoudig. En ik zie niet hoe je met alle beugels, boutjes en moeren, extra bedieningslijnen en weet-ik-niet-wat-nog-meer kunt rollen met zo'n kajak. De extra rolweerstand met twee zwaarden die vrolijk omhoog of omlaag steken zal niet misselijk zijn. Nog afgezien van de boze opmerkingen van redders die langszij komen om jou weer in de boot te krijgen. 

Onder enthousiaste peddelzeilers die niet bang zijn voor een ruwe oversteek op zee is het zwaard dus niet populair. Patrick Forrester van Falcon Sails claimt dat slechts een op de vijftig klanten ook zwaarden monteren en dat veruit de meeste van die klanten hun zwaarden na enige tijd weer wegdoen. 
De ontwerpers van moderne, goede kajakzeiltjes die geschikt zijn voor groot water met flinke wind en golven waarbij het zeiltje niet in de weg zit tijdens het peddelen en waarmee je kan rollen, hebben natuurlijk al lang rekening gehouden met kajaks zonder zwaarden. Geloof je me niet? Probeer het eens. Je kan daarna altijd nog zwaarden monteren.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten