Pagina's

zondag 27 januari 2019

Reven: beter van niet

De wind waait stevig, dan hard en nog wat harder. De reflex van iedere zeiler is dan: reven! Reven wil zeggen dat het grote zeil wat kleiner wordt gemaakt. Dat gebeurt met vaste touwtjes in het zeil een stuk boven de giek, die normaal gesproken los bungelen. Met harde wind bindt de bemanning die touwtjes om de onderkant van het zeil en trekt de boel dan flink aan. Dit samengebonden zeil hangt op bruine-vlootschepen zoals tjalken en klippers los boven de dikke giek. Op moderne jachten gaan de touwtjes vaak ook om de giek heen zodat het gereefde zeil een geheel vormt met de giek.

En dan hebben we nog de fok. Die is met zware wind te vervangen door een kleinere fok (de stormfok) of een stukje op te rollen om de voorstag. Dat wil zeggen: de voorstag kan draaien en rolt de fok een stuk mee.

Met kajakzeilen hebben we de keus uit bovengenoemde manieren. Of je verkleint de onderkant van het zeil of de voorkant, direct achter de mast. Gezien het feit dat de meeste goede kajakzeiltjes een hoes hebben waar de mast in schuift, valt er weinig op te rollen met een draaiende mast of iets dergelijks. Een nog groter bezwaar tegen reven op die manier is dat het inkorten van de voorkant een groot verlies van het typische vliegtuigvleugelprofiel betekent. De belangrijke bolling van het zeil zit nou juist aan de voorkant, vlak achter de mast.

Blijft dus over reven aan de onderkant. Ik heb daar maanden geleden al eens diep over nagedacht, met een Falcon-zeiltje in gedachte. Zo kwam ik op een systeem om te reven vanuit de kuip, door aan slechts een lijntje te trekken. Geweldig!


De reeflijntjes zitten aan de ene kant vast aan de giek, lopen omhoog door het reefoogje en lopen dan weer naar beneden door een oogje op de giek (niet zichtbaar) waar zij samengesplitst worden met de centrale reeflijn die start vanaf het eerst reeflijntje (rechts) en dan alle reeflijntjes onderweg naar de kuip als het ware oppikt. De centrale reeflijn wordt belegd in een klemmetje op de giek. Trek deze lijn naar je toe en het zeil wordt over de hele breedte naar beneden getrokken in gelijke mate. Tenminste, als de hoogte van de reeflijntjes gelijk is aan de tussenafstand.

Enfin, dit ziet er mooi uit op een schermpje. En misschien werkt het ook nog, als je zo'n ineengefrommeld zeiltje niet lelijk vindt. En geen bezwaar hebt tegen permanente vouwen in je zeil.

Eenvoud
Het echte probleem is natuurlijk dat reven en de eenvoud van een echt goed kajakzeil niet zo goed samengaan. Het geeft toch een hoop extra lijntjes in het tuig en in platte toestand aan je dek. Lijntjes waar van alles achter kan blijven haken. Bovendien is het de vraag wat er nog overblijft van de aerodynamische eigenschappen van het zeil. Vergeet niet dat het zeil op een jacht of trotse klipper vele, vele malen groter is dan het lapje van 1 vierkante meter op een kajak. Een kajakzeiler die reeft, haalt een relatief enorm groot stuk van het zeil weg. Het zou zomaar kunnen dat zo'n mismaakt zeil meer hellende kracht oplevert dan voorwaartse kracht, terwijl je met harde wind juist niet op extra helling zit te wachten. 
Mijn advies over reven is daarom: beter van niet! Waait het harder dan jij aankan, gooi dan je zeiltje plat en peddel lekker verder.

PS Inmiddels heb ik toch geprobeerd een rolreefsysteem te maken voor de mast (zie post van 8 maart 2020). Ik ben er nog niet uit. Wordt vervolgd.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten